top of page

De zestiende eeuw

DE ZESTIENDE EEUW

Het zich in het Gelders archief te Arnhem bevindende Oud Gerechterlijk Archief Verwolde waarin gegevens over de vervolging van Richardus Rikkert wegens diefstal in 1805 stonden, had ik nog steeds niet ingezien. Zoals ik al eerder schreef, is genealogie een tijdrovende hobby en een bezoek aan Arnhem was er nog niet van gekomen. En hoe gefascineerd ik ook was door de aanwezigheid van dat document, er viel verder nog genoeg uit te pluizen. Het was oorspronkelijk ook niet mijn bedoeling om alles over 1 persoon te weten te komen, maar om te zien hoe ver in het verleden ik kon duiken, en wie mijn verst nog achterhaalbare voorouder was geweest. Dat het onderzoek zich toespitste op Richardus kwam eigenlijk alleen maar, omdat wat er wel boven water kwam, intrigerend genoeg was.

Voorlopig hield het aan de Rikkert-kant op bij vader Willem Rikkert, waarvan we alleen wisten dat hij was getrouwd met Anna ten Bosch, woonachtig was geweest te Lage, en in elk geval voor 1786 was overleden. Het huwelijk had slechts een waarneembaar kind opgeleverd, dus we konden niet meer dan een ruw rekensommetje erop loslaten en gokken dat Willem ongeveer rond 1755 kon zijn geboren. Dat was niet onaardig, maar ook niet spectaculair: de onderzochte Scherpenzeel-lijn rondom Woudenberg bracht het immers al enkele decennia verder.

Daarmee kwamen we bij Geertruide Johanna Haarmans, de eerste echtgenote van Richardus. Voor zover ik dat al vluchtig had gezien, waren haar voorouders landbouwers en dus waarschijnlijk amper van hun plek gekomen.

Er bleek een site te bestaan waarop de afstamming van de Haarmannen al aardig in kaart was gebracht. Om te beginnen bij de ouders en het gezin van Geertruide Johanna.

Zij was de dochter van Wolter Brummelman (later Haarman genoemd wegens de bewoning van De Haar op Oolde) en Henders Ribbink, die in 1766 te Almen waren getrouwd. De eerste zoon van Richardus, Wouterus, is dus vernoemd naar zijn schoonvader. Dat vader Willem hier werd gepasseerd, was ietwat vreemd.

De 'dikke boom' bij huis Verwolde, de eik die symbool staat voor de stambomen en honkvastheid van de inwoners van Laren en omgeving.Van dat laatste had Richardus bepaald geen last.

Uit het huwelijk kwamen drie kinderen voort die de volwassenheid bereikten: Geertruide Johanna, Theunis (geboren 1771) en Harmina (1778).

Wolter Brummelman, ged. Almen 5.2.1736, overl. Laren (als Wolter Haarman) 25.2.1795, begr. ald. 27.2.1795, zv Teunis Teunissen Brummelman (ged. Almen 27.10.1709) en Geertien Wolters Ruitercamp
Tr. Almen 19.5.1766
met Henders Ribbink, geb. Harfsen, ged. Almen 13.10.1737, lidm. Laren 1767 op att. van Almen, overl. Verwolde (gem. Laren) op Haarman 25.4.1814, dv Gerrit Hendriksen Ribbink (ged. Almen 29.11.1711) en Harmina Jansen Goorman

 

Wolter was de zoon van Theunis Brummelman (* 1709, Almen), die weer de zoon was van Teunis Egberts Nagelvoort 1676 Lochem, 1747 Almen. De naam Brummelman kwam van moederszijde.

De vader van Teunis Egberts heette Egbert Tonissen Hietkamp (ca 1650, Lochem). Hier hield het op. Goed, het was weliswaar niet in de directe, mannelijke lijn, maar nu begon het toch ergens op te lijken.

 

Dan maar overgestapt naar de voorouders van Henders Ribbink, de moeder van Geertruide Johanna. Zij was een dochter van Garrit Ribbink (* 1711, Almen) en Harmina Goorman.

 

Garrit was de zoon van van Hendrik Jansen Clein Asselaer (* 1671, Almen, Harfsen, zich later noemende Ribbink) en Geertien Schuijlenborgh Derksen (* 1687, Almen). De lijn-Asselaer is nog navolgbaar via zijn vader Jan van Asseler (*1649, Almen) en grootvader Gerrit Asseler. We waren weer een paar decennia terug in de tijd en zelfs beland in de eerste helft van de 17e eeuw. Ik had niet verwacht zo ver te kunnen komen. Maar ook hier hield het een keer op.

De vrouwelijke lijn via Geertien Schuijlenborgh (Derksen) liep echter nog verder door. Geertien was de dochter van Derk te Winckel (op den Schuijlenborgh) (* ca 1652, Almen) en Agnes Elsman. Van hem is bekend dat hij tussen 1677-1690 pachter op 't Hasselo was.

Derk’s vader heette Werner te Winckel, die getrouwd was met Garrijtjen Nientjainck. Het huwelijk vond plaats in 1617 te Lochem, en alleen de sterfdatum van Werner is bekend: 1669, Laren. Deze voorvader was bouwman op de 'Olde Bulderman' (='Ouden Bielder',Oolde? HA 75), van af 1657 op de 'Schuijlenburg', Klein Dochteren.

Dan komen we uit bij diens vader, Jan te Winckel, geboren ca 1560 te Lochem/Groot Dochteren. Bouwman op 'Winckel', Groot Dochteren (1491:erf 'Winckell'; goed 'Winckel';HA 76:'Winkel')

Jan is 3 x gehuwd geweest:

1 ca 1584 met Mechtelt (Achternaam niet bekend)
2 met Marie ten Broeckhuys
3 2.4.1617 met Lambertien ten Broecke.

Weer volgen we de vrouweljke lijn, en komen tenslotte terecht bij de ouders van Lambertien:
Jan ten Broecke. Er staat: geboren ca 1530? te Lochem/Exel, maar dat zou betekenen dat hij ongeveer 87 jaar zou zijn geweest bij de geboorte van zijn dochter. Dit lijkt wat sterk. Hij was getrouwd met Gertrude, waarover verder geen gegevens zijn.

 

Uit bovenstaand lijstje blijkt eens te meer, hoe de namen in de loop der tijd veranderen, terwijl de families amper van hun plaats kwamen. Werkte of woonde ene Te Winckel (dat zelf ook weer een woonlokatie was) op de Schuijlenborgh, dan nam hij die naam aan. De voornaam Derk wordt achternaam Derksen bij de dochter. En ook Asseler neemt de naam aan van de woonlokatie Ribbink.

Hoewel de geboortedata van Jan te Winckel en Jan ten Broecke berusten op enig giswerk (per generatie ongeveer 30 jaar terugrekenen), is de aanname dat de genealogische lijn uiteindelijk valt terug te voeren tot halverwege de 16e eeuw, bepaald niet uit de lucht gegrepen. De eerste helft van de 16e eeuw! Wie leefden er toen of waren er nog maar net dood? Willem van Oranje! Hendrik VIII en Elizabeth I van Engeland! Maarten Luther! Erasmus! Shakespeare! Leonardo da Vinci! Een eeuw voordat Bach werd geboren! En de 80-jarige oorlog was nog maar amper begonnen!

Ik vermoed dat mijn eenvoudige boeren-voorouders weinig weet hadden van hun illustere tijdgenoten, maar ook dat ik me op mijn beurt weer weinig kan voorstellen van hoe mijn voorouders, de dragers en doorgevers van mijn genen leefden, laat staan hoe ze eruit zagen. Tja, ik ken hun namen, maar ik zou ze vermoedelijk niet eens hebben verstaan: hun wereld en de mijne liggen eeuwen en mijlenver uit elkaar. En toch krijgt de geschiedenis ineens een persoonlijke context, alleen al omdat ik er- het is een cliche maar die zijn nu eenmaal meestal waar- zonder al deze voorvaders eenvoudigweg niet eens geweest was.

bottom of page