top of page

de

BAUSSMANN/MOSER

Hoewel ons onderzoek zich primair richtte op de genealogische lijn Rikkert, waren er in de loop van de maanden een aantal paralelle lijnen bijgekomen, waarvan sommige interessant genoeg zijn, om wat nader aandacht aan te besteden- en zo wellicht nog iets meer over Richardus te weten te komen. Een van die lijnen is die van Louise Rosette Moser, de dienstmeid uit Verwolde waarvan we vermoeden dat zij op zijn minst een bijzondere relatie had met Richardus- je wordt tenslotte niet zo maar 'peettante' van een kind dat ook nog eens naar je genoemd wordt, zeker niet in een tijd waarin vernoeming naar familie zo ongeveer een vereiste was.

Zoals we inmiddels wisten was LR getrouwd met de gepensioneerde luitenant Philip Christiaan Baussmann, die drie kinderen bij haar had verwekt: Carl Theodor (1807),  Louise Christina (1809), (Elizabeth?) Charlotte Marianne (1814). Van de laatste valt weinig te melden behalve dan dat ze in 1840 trouwde met ene Anthonie Grauwmans, om een jaar later te overlijden. Ze heeft Breda nooit verlaten. 

De eerste twee leverden wel wat interessantere informatie op. Carl Theodor (soms fourier/fuselier genoemd, soms schrijver in het huis van arrest te Breda) treedt in 1831 te Zutphen in het huwelijk met de aldaar geboren Gezina Hendrika Hamer. Over de identiteit van haar moeder bestaan wat onduidelijkheden- in de ene akte wordt die Elisabeth Brands genoemd, maar meestal Willemina Bettink. De vader is in ieder geval Roelof Hendrik Hamer.
                                                                                                                                                                                                                                                Kort na de bevalling van dochter Carolina Theodora (die vrijwel meteen sterft) overlijdt Gezina ook zelf (1836, Helvoirt). Hierna is er kennelijk veel misgegaan in het leven van Carl Theodor, want in 1856 zit hij in Breda gevangen wegens bedelarij, landloperij en diefstal. Uiteindelijk overlijdt hij in Ommen, in elk geval na 1860.

 

Dochter Louise Christina bevalt in 1827 van een buitenechtelijk kind dat de naam Willem (!) draagt. Willem was, zoals we weten, de naam van Richardus' vader en dus in theorie opa- wellicht vergezocht, maar maar toch. Philip had meer voor de hand gelegen. De vader van Willem Baussmann heet Josua Maurer. Het kind overlijdt. Louise Christina trouwt in 1839 in Boxtel met de Zutphenaar Gerrit Jan Olthoff. Het is opvallend hoe sterk de band van de Baussmann/Moser lijn met de regio Zutphen is: zowel Carl Theodoor als Louise Christina trouwen met iemand uit die plaats. 

We vonden vervolgens een inschrijving in Zutphen (althans Rhienderen, bij Brummen) van het echtpaar Olthoff/Baussmann in 1861, later (1867) werd wegens diens overlijden de naam van Olthoff doorgestreept. Direct onder de naam van Louise Christine (hier Bousjman genoemd) stond de naam van Gezina Hendrika Ruempol Hamer, die kennelijk op hetzelfde adres was ingetrokken. Het kon niet de bijna gelijknamige vrouw van haar broer zijn, want die was al bijna 30 jaar dood. Zou er dan toch nog een soort posthume, zijdelingse connectie zijn van de naam Ruempol met Richardus, Hendrik Ananias en het dorp Laren?  

 

Inschrijving te Zutphen (Rhienderen) van Louise Christine Bausmann (hier Bousjman genoemd).

 

Na enige spitwerk kwamen we erachter hoe het zou kunnen zijn  De Gezina Hendrika Hamer (geb. ca. 1810), die 1831 trouwde met de zoon van LR, was een dochter van Roelof Hendrik Hamer. De Gezina Hendrika (Everdina) Ruempol-Hamer (geb. 25.7.1819), die bij Louise Christine inwoonde, was een dochter van Everhardus (Ruempol)-Hamer. De vaders, Roelof Hendrik en Everhardus, waren broers van elkaar. Anders gezegd, de huisgenote van LC was dus een volle nicht van LC’s schoonzus. De toevoeging 'Ruempol' was gekomen doordat Gezina's tante (Gesina Hendrika van Bentheijm) haar ten doop had gehouden. Deze tante was getrouwd met Hendrik Jan Ruempol, een reeds lang daarvoor naar Amsterdam verhuisde en later weer teruggekeerde zoon van de Larense klokkenmaker Hendrik Ruempol (+ 1796). Zoals we eerder constateerden heeft Hendrik Ananias misschien het klokkenmakersvak van hem geleerd. Het is een dun verband, maar niet ondenkbaar. Maar zelfs als dit verband er is, kun je je afvragen of Richardus, laat staan de kortstondige relatie van Richardus met Louise Christine’s moeder en het al decennia geleden overleden onechte kind van hen uberhaupt ter sprake is gekomen.


(Om het nog wat ingewikkelder te maken: andere bronnen speken over Gesina Hendrika van Bentheijm als de vrouw van Everhardus. Dat compliceert de boel wel enigszins.)

Louise Christine Baussmann overlijdt in 1876 te Rhienderen/Brummen.

 

MEER INFO OVER DE SCHOUTENS

Verdere speurneuzerij in Rotterdam bracht weer enig licht in de lijn Schouten. Bij de overlijdensakte van Arnoldina Schouten stond expliciet leeftijd 42 jaar, 10 mnd en 12 dgn- als dat klopte, was haar geboortedatum 16 februari 1796. Hier werd ook haar geboorteplaats Arnhem bevestigd. Er stond nog een opmerking bij, die vermoedelijk sloeg op de toevoeging van de ‘t’ in de achternaam van Richardus, die tot dan toe als Rickers in de Rotterdamse bestanden stond:

Opmerkingen
akte nr. 2722; Bij vonnis den 30-10-1843, naamsverandering van de partner Richardus Rickerts.

Er stond ‘partner’ en geen 'weduwnaar'. Een online gokje op Barend Schouten (de vader van Arnoldina) leverde bovendien de informatie op, dat deze Barend weliswaar net als Arnoldina in Arnhem was geboren, maar dat hij in 1821, 66 jaar oud, te Rotterdam was overleden. Aangezien Maria Schoute(n?), Arnoldina’s moeder, in 1816 (op 50-jarige leeftijd) te Arnhem was gestorven, zal Barend zich niet al te lang na daarna bij zijn dochter (en dus bij Richardus) hebben gevoegd. Dat suggereert tevens een goede band tussen Richardus en Arnoldina enerzijds en de vader anderszijds. Misschien was het een idee te onderzoeken welk beroep Barend (Vader Reinier Schouten, moeder Willemina Brans) had gehad. We hadden tenslotte nog steeds geen flauw idee waar Richardus zijn kleermakersvak had geleerd. Niet van zijn vader, want die overleeed toen Richardus nog geen jaar oud was. Genlias bleef ook nog blank over het hoe en wat voor wat betreft de Arnhemse Schoutens, maar er waren wel steeds meer aanknopingspunten voor wat betreft de jaartallen, dus ergens moesten we toch wel iets kunnen vinden. Opvallend was ook de achternaam van Barend en Maria, die allebei Schouten (of wellicht Schoute of Scholten) heetten. Het idee dat via deze lijn misschien wat meer duidelijk zou kunnen worden over Richardus’ “verdwenen jaren” 1805-1813, werd steeds sterker.


KOETSIER....

Op zeker moment kwamen de akten van de BS Rotterdam en Arnhem online. Toen ontdekten we, dat vader Barend (of Berend), gestorven was in het Rotterdamse armenhuis. Dat kan toch nauwelijks de bedoeling zijn geweest van zijn verhuizing uit Arnhem naar de havenstad? Hij zal erop gerekend hebben bij zijn dochter in huis te kunnen komen- ook de gemeente zal er niet happig op geweest zijn de kosten voor het levensonderhoud op zich te nemen van Barend uit Arnhem. Zijn beroep (en dat van zijn vader) bleek koetsier te zijn geweest. Koetsier? Ik herinnerde me uit het diefstal-dossier uit het ORA Verwolde, dat er een mogelijke medeplichtige was, namelijk de koetsier van Verwolde. De naam, van deze luiddde Gerrit Germel,  maar misschien dat er een connectie is en dat palief heeft ‘geholpen’ met het transport van wat spulletjes....Er zou dus nog een morele schuld kunnen zijn geweest tegenover de oude Barend, die naar Rotterdam werd gehaald voor zijn oude dag. Om die vervolgens te slijten in het armenhuis. Maar wellicht is dit te ver gezocht.

 

​Barend en Maria hadden gewoond aan de Langestraat (bij de Trompetsteeg) te Arnhem- dit bleek uit de overlijdensakte van Maria- en mogelijk was Arnoldina daar ook geboren. Het online dossier in Rotterdam bracht (enige) informatie over de naamsverandering van Richardus.

Arnoldina Schouten wordt in haar overl. akte (Rotterdam 1838/2722) “huisvrouw” van Richardus Rickerts genoemd. Volgens die akte was zij vroedvrouw en een dochter van wijlen Barend Schouten, overl. te Rotterdam, en van wijlen Maria Schouten, overl. te Arnhem. In de marge van de akte staat:


“Bij vonnis van de Arrondissements Regtbank alhier, gewezen den 30 october 1843 (geboekt in de bijvoegsels den 11 januarij 1844, fo 2, […], no 1) in nevenstaande acte de navolgende verbetering bevolen: “Arnoldina Schouten, huisvrouw van Richardus Rikkers” in plaats van:  “huisvrouw van Richardus Rickerts”. “

 

Waarom al dat gedoe rond die spelling nodig was, bleef vaag. 

​De uittreksel doop-akte, die we tegenkwamen, welke Richardus in 1832 in Lage had verkregen, moet belangrijk voor hem geweest zijn. Als hij hem zelf is gaan ophalen zeker, want de reis naar Lage was een flinke onderneming, moet veel geld gekost hebben en hield toch ook enig risico op herkenning in, niet aantrekkelijk voor iemand die zijn gezin in de steek had gelaten en elders een nieuw bestaan had opgebouwd.

 

Misschien was de naamsverandering nodig voor het echten van al zijn kinderen bij Arnoldina, maar hoe dan? Deze waren tenslotte merendeels RickerTs genoemd. Het moet in ieder geval noodzakelijk geweest zijn, want een dergelijke wijziging was ook bepaald niet gratis en eenvoudig te bewerkstelligen via de gemeentelijke balie op internet. We konden er geen touw aan vastknopen, inzien van de vonnis-akte- of de geboorte akte van de kinderen- was waarschijnlijk de enige manier om wat duidelijkheid te krijgen. Of heette hij in Rotterdam juist Rickerts en wilde hij dat veranderen in Rickers? 

Eind januari 1844 treedt hij dan in het huwelijk met Geertrui Barre- vier maanden na zijn naamsverandering, of beter gezegd, -correctie. Daar lijkt dus wel een verband te zitten. In september wordt Christina Ricarda geboren. Hoewel we eerst meenden dat het weer om een gedwongen huwelijk ging, zagen we in dat daarvoor het tijdsbestek tussen huwelijk en geboorte net even te lang was.


 

bottom of page