
RESUME (1)
Tijd om eens stil te staan bij wat we inmiddels te weten zijn gekomen- of beter, een inventaris te maken van alles wat we nog niet weten en hoe we daarachter zouden kunnen komen.
Het vizier staat voorlopig vooral op Richardus gericht. De belangrijkste vragen:
1) Vader Willem Rikkers/Rickberts? De naam wordt bijna in geen enkele NL of D database genoemd, behalve in een aantal aktes mbt tot Richardus. Op zeker moment moet hij in Lage terechtgekomen zijn waar hij Anna Ten Bosch ontmoette en trouwde. Zij zal als kostersdochter toch een zeker aanzien hebben gehad. Maar ook dit huwelijk kan ik nergens terugvinden, behalve bij de doopakte en latere aktes van Willem. Had Willem een reizend beroep? Online zijn de archieven inmiddels wel uitgeput.
Er ligt een politie-rapport op Kasteel Twickel, destijds het bestuurlijk centrum van het gebied waaronder Lage viel, waaruit valt op te maken dat deze geen natuurlijke dood zou zijn gestorven- zijn dood is in elk geval door de politie onderzocht en valt dus onder de noemer ‘verdacht’. Hoewel het zeer waarschijnlijk lijkt, is niet onomstotelijk aangetoond dat dit ook inderdaad Richardus’ vader betreft. Om de documenten in te zien zal naar Twickel gegaan moeten worden. Daar wordt misschien ook meer bekend over de herkomst en het beroep van Willem.
Ook in het Twents Archief liggen nog doop- en trouwboeken van Lage en Neuenhaus. Helaas niet online. Als Willem en Anna daar inderdaad vandaan komen, moet er informatie over instaan.
2) Wat deed Richardus op 16-jarige leeftijd al in Deventer, en hoe kwam hij Geertruida Johanna tegen?
Mogelijk waren ze beiden bij dezelfde werkgever in dienst. Het dienstbodenregister van die tijd zou uitkomst kunnen brengen. Het zou ook een indicatie kunnen zijn welk beroep hij is gaan uitoefenen, voordat hij zich als kleermaker vestigde in Rotterdam. Hopelijk wordt dan ook duidelijk waarom Richardus al zo jong vertrok bij zijn zojuist voor de tweede maal weduwe geworden moeder.
3) Wat was het beroep van Richardus en waar woonde hij in Laren?
Zijn adres in Laren is moeilijk te achterhalen. Misschien dat het gerechterlijk archief (de diefstal van oud ijzer doet vreemd aan en zal mogelijk daaraan gerelateerd zijn) en gevangenis-documenten nog wat nadere inlichtingen kunnen verschaffen.
Ik heb ook nog steeds een uitnodiging lopen om bij de Meiden van Haarman langs te gaan (afstammelingen van Richardus’ zwager, die waarschijnlijk tijdelijk op of bij dezelfde lokatie woonde nl. het Haarman te Laren). Waar hij het kleermakersvak, dat hij uiteindelijk in Rotterdam is gaan uitoefenen, dan wel zou hebben geleerd is zo mogelijk nog onduidelijker dan zijn betwiste opleiding als klokkenmaker. De enige beetje aannemelijke naam als eventuele ‘leraar’ is Hendrik Gerrit Ruempol, die in Zutphen woonde. Eind 18e eeuw zou Richardus daar gezel geweest kunnen zijn. Dat zou de vernoeming van zijn zoon Hendrik Ananias verklaren. Datzelfde zou ook op kunnen gaan voor Hendrik Ananias, rond 1820: Hendrik Gerrit was voor zover ik kon nagaan de enige in de buurt waar de in Gorssel/Eefde wonende Hendrik Ananias terecht had gekund voor zijn opleiding als klokkenmaker. Dat H.A. later op het Ruempol in Laren is gaan wonen en werken versterkt dit vermoeden.
4) Wanneer verdween Richardus precies uit Laren, waar was hij gevangen en waarom, hoe en wanneer
kwam hij in Rotterdam terecht?
We weten dat Richardus in juni1805 in de gevangenis belandde. Niet duidelijk is waar dat was, en hoe lang zijn detentie geduurd heeft (in elk geval tot november dat jaar). Er bestaan uiteraard registers van gevangenen, maar het zoeken wordt lastig doordat we geen idee hebben in welke plaats we moeten beginnen. Is hij na zijn detentie nog terug gekomen naar Laren? Gevangenneming In de buurt van Deventer, Zutphen en Lochem lijkt voor de hand liggend- maar iets verder weg behoort toch zeker ook tot de mogelijkheden. Een antwoord op die vraag zou wellicht tevens kunnen verduidelijken hoe hij Arnoldina heeft ontmoet en hoe hij in Rotterdam terechtkwam. Het ORA archief dat ik in Arnhem vond wordt nu ook vermeld in het ORA Zutphen- misschien dat daar nog meer info is te vinden.
Een vage link kwam boven water via het archief van de plaats Aalten. Daar was in 1745 een zekere Gerrit Rikkers geboren- kleermaker. Zou dat een broer van Willem (de vader van Richardus) kunnen zijn? Het opvallende was dat Gerrit, net als Richardus, naar Zuid-Holland was gegaan (uiterlijk in 1772, toen hij in Gorinchem trouwde). Gerrit overleed in Meerkerk, 1812. Een mogelijke Willem die Gerrit’s broer zou kunnen zijn kon ik echter nergens ontdekken dus voorlopig een heel zwak spoor- maar ik zou me zo kunnen voorstellen dat Richardus na zijn detentie op het idee kwam dan maar naar zijn kleermakende oom en verre familie te vertrekken.
4) Is hij wel met Arnoldina Schouten getrouwd geweest, en zo ja wanneer en waar?
Er zijn online i.e.g. nog geen trouwdocumenten boven water gekomen. Niet in Arnhem (waar Arnoldina vandaan komt) en niet in Rotterdam en omgeving- in heel Genlias of FamilySearch ontbreekt zowiezo elke aanwijzing. Zijn ze dus eigenlijk wel getrouwd? Later wordt Arnoldina ‘huisvrouw van’ genoemd, geen ‘echtgenote van’. Het vermoeden wordt steeds sterker dat de twee nooit getrouwd zijn geweest: ze heeft namelijk ook nooit zijn naam overgenomen (in diverse aktes van (soms dood-)geboren kinderen wordt zij tussen 1828 en 1835 genoemd als vroedvrouw/aangeefster met haar meisjesnaam.)
De onduidelijke "naamsverandering/bevestiging" van Rickers naar Rickerts rond 1832 en het uittreksel uit het Lagense doopregister dat hij in 1843 in Rotterdam heeft gebruikt heeft hier mogelijk ook mee te maken. Wellicht had hij dat document nodig om te kunnen trouwen met Geertrui Barre.
5. Was Louise Rosette Moser inderdaad de moeder van zijn vierde kind?
Ik acht het waarschijnlijk, maar er is ook wel wat tegenin te brengen. Wanneer we er niet achter komen wat Louise Rosette Moser deed en waar ze zich bevond in de periode tussen 2 oktober 1803 en mei 1804, zal deze vraag nooit met zekerheid beantwoord kunnen worden. Mogelijk liggen er op Huis Verwolde nog archieven m.b.t. de gestolen uitzet die dit kunnen verhelderen. Het lijkt niet logisch dat LR een uitzet zou hebben gekregen van de barones wanneer ze niet zwanger zou zijn geweest. Wellicht was de schenking van die uitzet aan Richardus' gezin de reden om het kind te vernoemen. Dat de barones daar niets van wist en/of er zeker niet blij mee was geweest, is mogelijk. Een andere theorie, waarbij Richardus inderdaad de vader zou zijn, luidt, dat ze, om de familie Moser verdere schande te besparen, werd teruggehaald naar Breda en direct uitgehuwelijkt werd aan Philip Bausmann.