
Moser
MOSER
Na wat omzwervingen kwamen we weer terug bij wat inmiddels ons vaste honk leek te worden, Richardus Rikkert in Laren, begin 19e eeuw. Bij het doorzoeken van de dtb-registers en lidmaatboeken van Laren, viel mijn oog ineens op iets wat me daarvoor nog niet zo was opgevallen.
De namen van Richardus’ eerste vier kinderen bevatten enkele verrassingen.
Wouterus is vernoemd naar de vader van Geertruide Johanna, terwijl eerste vernoeming naar de grootvader van vader’s kant gebruikelijk was. Met Willemina werd dat weer enigszins ‘gecorrigeerd,’ hoewel het gebruikelijk was dat de vader van de man eerst werd vernoemd. Dan komen Hendrik Ananias en Louise Rosette. Met wat goede wil en bijbelkennis kon men Ananias nog thuisbrengen als ‘zoon van...Anna’, hoewel we niet het idee hadden dat Richardus erg bijbelvast was. Maar omdat Anna de dochter was van een koster annex schoolmeester, wie weet. Met die namen waren Richardus’ beide ouders in elk geval herkenbaar in zijn kinderen, alsmede de vader van Geertruide- maar Louise Rosette? Niemand in de familie heette zo, terwijl het toch uiterst gangbaar, zo niet min of meer verplicht was, om je kroost te vernoemen naar ouders en verdere aanverwanten. Maar naar wie was Louise Rosette eigenlijk vernoemd, een naam die bovendien eerder Franstalige associaties opriep dan Achterhoekse?
Het lidmatenboek 1772-1811 weer eens doorkijkend, ontdekte ik plotseling de naam Louise Rosette Moser. Zij was op 1 oktober 1803 als lidmaat aangenomen, maar daarachter stond geschreven:
...den 2 October 1803 vertrokken met Attest naar Breda of elders.
Een dag na de inschrijving alweer weg? Wat had die inschrijving dan voor zin? Heel merkwaardig.
Toen begon er iets bij mij te dagen, en ik bladerde terug. Ik had gelijk: Richardus Rikkert had namelijk belijdenis gedaan op dezelfde dag als Louise Rosette Moser: inderdaad, 1 oktober. Dat was diezelfde vermelding waarachter de predikant later had toegevoegd: “stil weggegaan.” Nu wist ik het zeker: er was een verband tussen Richardus en Louise Rosette, en de naam van zijn bijna acht maanden later geboren dochter moest geinspireerd zijn door degene wier naam wel erg kort achter die van Richardus prijkte in het lidmatenregister van Laren. Maar wat kon de reden van zo’n vernoeming zijn? Waarom waarschijnlijk de hele Haarmans-familie tegen de haren ingestreken door, een half jaartje later, het vierde kind uit de reeks te vernoemen naar ene Louise Rosette Moser, die bovendien op 2 oktober, een dag na de inschrijving, al vertrokken was naar Breda of elders?
Wie was Louise Rosette Moser eigenlijk? Aan de naam te zien, kwam ze niet uit de buurt. Misschien woonde ze bij een plaatselijke notabele? Predikant? Haar achtergrond was onbekend, maar die lag wellicht in Breda- de plaats waarheen ze volgens het lidmaatregister zou zijn vertrokken, een dag na haar inschrijving.
Een kleine zoektocht in de Brabantse archieven te Breda leverde wel een soort aanknopingspunt op, alleen hoe we dat verder moesten plaatsen was nog even een raadsel. In 1806 was daar ene Louise Rosetta Moser in het huwelijk getreden met Philip Baussmann.
Philip Christiaan Baus(s)man(n), geb. Freilaubersheim (Kur Paltz) ca. 1750, officier Regiment Zwitsers Van May, overl. Breda 21.1.1831
Tr. Breda schepenen 6.5.1806 (ondertr. 19.4.1806)
Louisa Rosetta Mos(s)er, geb. Maastricht ca. 1784, overl. AEngwirden 18.5.1825, dv NN en NN (beide ouders overl. voor 19.4.1806)
Uit dit huwelijk NG ged. c.q. geb. te Breda:
1. Carl Theodor, ged. 18.1.1807, foerier; hij tr. Zutphen 7.9.1831 Geziena Hendrika Hamer, geb. Zutphen, overl. Helvoirt 5.2.1836 (n.a.v. de geboorte van haar dochter Carolina Theodora op 2.2.1836; in haar overl. akte heet haar man Carel Frederik Baussmann)
2. Louise Christina, ged. 5.3.1809, overl. Brummen 24.1.1876; zij tr. Boxtel 6.9.1839 Gerrit Jan Olthof, geb. Zutphen; zij kreeg een buitenechtelijke zoon Willem Julius Karel Maurer, overl. Breda 11.12.1827, zv Josua Julius Maurer
3. Elisabeth Marianne Charlotte, geb. Breda 30.4.1814, overl. ald. 6.4.1841; zij tr. ald. 4.6.1840 Antonie Graauwmans, geb. Breda
Om zeker te weten dat het om dezelfde Louise Rosette ging, moesten we het lidmatenboek van Breda bekijken. En, jawel, bingo! In 1806 was Louise Rosette ingekomen met attestatie van... Laren. We hadden beet.
En er ging iets knagen. Wat deed Louise Rosette op haar 18e in Laren, en ook: waar was ze in de tussentijd na haar vertrek uit Laren geweest (1804 en 1805)? Ze had zich niet voor 1806 aangemeld in Breda, hoewel daar op zich nog geen conclusies uit konden worden getrokken. En bovendien, waarom zou ze getrouwd zijn met een 35 jaar oudere, gepensioneerde officier uit een of ander Zwitsers regiment?
Wat deden die Zwitsers eigenlijk in Nederland, vroeg ik me af. Nu bleek op confronterende wijze dat mijn kennis van de vaderlandse geschiedenis zeer te wensen overliet, dus ik verrichtte wat onderzoek in die materie. Voor 1800 bestond er in Nederland geen dienstplicht, begreep ik. De regering huurde professionele troepen in, en die waren meestal afkomstig uit het buitenland. Schotten, Duitsers, Zwitsers. Die regimenten trokken van stad naar stad, al naar gelang waar ze heen gestuurd werden, en bij langere verblijven (die soms jaren konden duren) namen ze het hele gezin op sleeptouw. Sommige plaatsen (Maastricht, Bergen op Zoom, Grave) waren echte garnizoenssteden en het kwam voor dat de soldaten en officieren de lokale bevolking in aantal verre overstegen.
Philip Baussmann was zo’n officier. Een beetje googelen leverde ook een hit op in Amerika: daar zou hij rond 1777 als huurling de kost hebben verdiend in een vrijheidsleger in Pennsylvania. Ook daar liepen Zwitsers rond- en het kan, gezien zijn leeftijd, goed dezelfde Baussmann geweest zijn. Maar hoe interessant ook, dat deed verder niet terzake: ons onderzoek bevond zich nu in Breda, Brabant, dat was al ver genoeg van Laren, Gelderland.
We ontdekten dat moeder Anna (Cholij of Jolie) in januari van datzelfde jaar 1806 was
overleden te Breda, als weduwe van Louis Moser, kennelijk LR’s vader. Moeder Anna
heeft dus net het huwelijk van haar dochter niet kunnen meemaken. Maar het feit dat
LR minderjarig wees was geworden- zie trouwakte (hoewel, ze was in 1806 toch 21 jaar?)
heeft wellicht het trouwproces op gang gezet. Later kwamen we er achter, dat er mogelijk
hele andere redenen aan dat huwelijk ten grondslag lagen.
We verdiepten ons wat verder in dat leger, waar nog allerlei officierslijsten van bestaan,
en toen kwam ik inderdaad de naam Louis Moser tegen; hij was officier geweest in
hetzelfde regiment als luitenant Baussmann. Wanneer hij precies gestorven was, wisten
we nog niet, maar al gauw kwam er duidelijkheid door het opduiken van de huwelijksakte
van Mariane Hester Moser, een zuster van Louise Rosette. Daaruit bleek dat vader Louis
Moser in 1794 gesneuveld was tijdens beschietingen van de Fransen op Grave-
waar op dat moment het Zwitsers regiment gelegerd was.
Het cirkeltje leek rond. Het leger was achtereenvolgens gelegerd geweest in Maastricht
(waar LR was geboren), Breda / Bergen op Zoom en tenslotte Grave, waar het in 1794
in de pan werd gehakt door de Fransen onder leiding van generaal Pichegru. Krijgt u ooit
een quizvraag die luidt: wat heeft Ton Scherpenzeel te maken met de Franse generaal
Pichegru, dan weet u nu het antwoord: een van zijn voorvaders heeft een dochter genoemd Grote Kerk van Breda
naar een vrouw wier vader door diens bommen aan zijn eind kwam!
Ik dwaal weer af. De herkomst van Louise Rosette was duidelijk, alleen nog niet hoe ze in Laren terechtkwam en wat ze daar deed. Grave ligt weliswaar niet al te ver van Nijmegen, maar het was altijd nog een flinke afstand en er moest beslist een reden geweest zijn voor de aanwezigheid van Louise Rosette in die plaats. Daar waren we echter voorlopig nog niet achter- integendeel, zoals wel vaker, leverde het ene antwoord alweer de volgende vraag op.
Het Franse leger trekt de bevroren Waal over, 1795.
Was het gezin Moser daar misschien uiteengevallen? Volgens de militaire annalen werden alle officieren, waar op dat moment Baussmann toch ook nog deel van uitmaakte, na de verloren slag afgevoerd naar Frankrijk. Omdat Baussmann later in Breda met Louise Rosette trouwde, zal hij na enige tijd weer naar die stad terug zijn gekeerd. Maar wat gebeurde er met moeder Anna Cholij? Was die misschien ook in Laren geweest met haar dochter, of meteen weer teruggegaan naar Breda dat kennelijk de basis was geworden voor de Moser/Baussmann clan. Was Louise Rosette in de buurt gebleven, of ook eerst weer naar Breda gegaan om later terug te keren naar Laren?
Een toevallige zoektocht door het Brabantse criminelen-archief leverde een paar onverwachte links op naar een latere zoon van Louise Rosette, maar daar komen we in een ander hoofdstuk nog op. De naam die ons echter eerst opviel in de lijst van in de jaren 1852-1856 door justitie gezochte personen was die van een zekere Johannes Arnoldus Cholij, die in 1798 geboren was in... Grave. Was dat familie van de moeder van Louise Rosette? Was het gezin daar blijven wonen en was moeder Anna op latere leeftijd wellicht buitenechtelijk zwanger geworden? De dtb boeken van Grave waren nog niet online beschikbaar, dus de bevestiging daarvan moesten we nog even afwachten. Toen ze wel online kwamen, werd duidelijk dat Louis Moser op 15 september (1794 dus) was begraven. Nog geen vijf dagen later begraaft LR’s moeder ook een dochter, Anna Maria. Hoe oud het kind was, stond er niet bij.
Om het plaatje voor wat betreft Louise Rosette compleet te maken: ze bleek te zijn overleden in Friesland, om precies te zijn in 1825 te Aengwirda (tegenwoordig Heerenveen). Het plaatselijk archief toonde aan, dat zij daar al in 1817 verbleef. Haar daar wonende zus Maria Theodora overleed die maand, en, mogelijk in verband met een acte van sessie van 150 gulden, was Louise Rosette daar kennelijk heen vertrokken. Wanneer en waarom Maria Theodora (*1781) en Louise Rosette daarheen zijn verhuisd (apart of tegelijkertijd) is misschien wel interessant maar dat vereist inzage in diverse registers. Het bevolkingsregister van Breda maakte wel wat duidelijk: in 1826 schrijft Philip Christiaan Bausmann zich daar (weer) in. Als laatste woonplaats van Philip Bausmann staat vermeld: Heerenveen. Dat betekent dat het echtpaar in of voor 1817 (maar zeker na 1814) wel degelijk samen naar Heerenveen was gegaan, en daar acht jaar zal zijn gebleven. Bausmann keerde na het overlijden van Louise Rosette in 1825 terug naar Breda, schreef zich in bij zijn kinderen Louise Christina en Elizabeth Charlotte- als deze tenminste in Breda waren wonen- en overleed er in 1831. Het bevolkingsregister van 1829 toont aan dat de drie op hetzelfde adres woonden, nl. in de Halsstraat (op nr 449 om precies te zijn, maar die nummering klopt nu niet meer).
Het werd tijd eens naar het Gelders Archief te gaan. Voordat ik dat deed, ontdekte ik nog iets, wederom in het lidmatenregister van Laren, een rijke bron van informatie voor wie goed las.
Aantekening der Ledematen, welke hier op belijdenis aangenomen
of met attest van elders gekomen zijn, gedurende den dienst van
J.G.C. Kalkhoff, bevestigd te Laren den 10 Junij 1804.
19-06-1804 - Louise Rosette Moser, binnens jaar, na verkregen
Attest van Laren, herwaards geretourneerd.
Dit was bijna net zo merkwaardig als het ‘stil heengaan’ van Richardus. Het betekende in elk geval dat Louise Rosette in 1803 een dag na haar belijdenis met attestatie was vertrokken (naar Breda ‘of elders’) maar in juni 1804 weer was teruggekeerd naar Laren. Op 10 juni is Louise Rosette dus weer in Laren (hoe lang is niet bekend, in ieder geval was Kalckhoff toen nog maar net aangetreden als predikant dus op z’n vroegst sinds begin mei), en op 19 juni 1804 vertrekt ze weer, al dan niet vrijwillig. Wat was hier aan de hand? Wat kwam ze doen? En waarom ging ze uiteindelijk weer weg zoals zal blijken?
Toen bekeek ik de geboortedatum van haar naamgenote, de dochter van Richardus en Geertruida. LR jr was op 21 april geboren en 29 april gedoopt, volgens de aangifte. De registratie was gedaan door een plaatsvervangend predikant omdat de nieuwe dominee, Kalckhoff, nog moest aantreden. Even rekenen. Zeven maanden voordat Louise Rosette junior wordt geboren, vertrekt LR senior halsoverkop uit Laren, een dag naar haar gelijktijdige belijdenis als Richardus Rikkert. Binnen zes weken na de geboorte van haar kleine naamgenote blijkt LR seniora wederom in Laren te zijn.
Inmiddels Richardus’ reputatie op het gebied van de geslachtelijke voortplanting kennende, was het wel heel verleidelijk om te denken, dat Louise Rosette wellicht helemaal geen dochter van Geertruida Johanna was, maar van Louise Rosette Moser zelf met Richardus als vader. De inschrijving op 1 oktober (en haar vertrek een dag later) samen met Richardus was wellicht ingegeven door het feit dat ze ontdekte zo’n maand of twee zwanger te zijn. Dat er een verband was, was duidelijk. Maar hoe, en waarom?
Het halve dorp had het ongetwijfeld geweten wanneer het hier een onecht kind betrof (Geertruide moest toch tekenen van zwangerschap hebben vertoond), en bovendien, waar was het kind dan ter wereld gekomen? Was Louise Rosette misschien naar elders vertrokken, had ze daar het kind gebaard, en was ze vervolgens terstond teruggekomen naar Laren en het kind ondergebracht bij het gezin Rikkert? In theorie was dat zeker mogelijk. Maar als de geboortedatum klopt, zitten er slechts 8 dagen tussen geboorte en doop. In die tijd had LR dus moeten herstellen en met baby naar Laren gekomen moeten zijn (vanuit onbekende lokatie). Dit ligt niet voor de hand. Wellicht heeft ze, als het inderdaad zij was die zwanger was, het kind in Laren ter wereld gebracht. Wanneer de doop door de vaste predikant was gebeurd, was deze ongetwijfeld op de hoogte geweest van een zwangerschap van Geertruide, en was het bedrog, als het dat dus was, snel doorzien geweest. Kalkhoff was nieuw.
Aan de andere kant: waarom dan het kind vernoemen naar de echte moeder die niet alleen in de buurt was maar ook geen vreemdeling? Accepteerde Geertruide mogelijk geen bastaard met de naam van een verwant? Wat was de betekenis van Louise Rosette voor het gezin Rikkert? Had ze hen wellicht een onbetaalbare dienst bewezen die een vernoeming rechtvaardigde en waren mijn verdenkingen omtrent een onecht kind onterecht? Hoe dan ook, de bijzondere naam van het kind en het heen- en weer gereis van LR zouden een mogelijke verdenking alleen nog maar sterker maken- Laren was een kleine gemeenschap waar maar weinig geheim kon worden gehouden. Een vernoeming zou de verdenking zelfs alleen maar sterker maken.
Kortom, volop bezwarende aanwijzingen, maar meer dan dat nog altijd niet.


Grave, 1794. Anna Maria was een zus van Louise Rosette Moser. Enkele dagen eerder was de vader, Louis Moser, gesneuveld.

1 oktober 1803. Richardus staat een bladzijde eerder vermeld als lidmaat, zelfde datum. Op 2 oktober vertrekt Louise Rosette weer met attest van Laren

Hieruit bleek dat Louis Moser was gesneuveld tijdens een bombardement te Grave.

LR trouwt met Philip Baussman.

De moeder van Louise Rosette Moser overlijdt begin 1806, enkele maanden voor het huwelijk.



